UNIZO noemt het recente federale begrotingsakkoord een positief signaal, maar ziet zwaar werk in 2024. Kleinere bedrijven voelen de gevolgen van besparingen en uitgestelde investeringsaftrek.
UNIZO-topman Danny Van Assche stelt dat het begrotingsakkoord van de federale regering een eerste signaal is dat men de ernst van de budgettaire ontsporing inziet. Hij vindt het positief dat er besparingsmaatregelen genomen worden, maar benadrukt dat het zwaarste werk in 2024 zal plaatsvinden. Dan zullen structurele hervormingen, zoals een grondige pensioen- en fiscale hervorming, noodzakelijk zijn en moet België Europese relancemiddelen binnenhalen.
Hoewel UNIZO het besparingsakkoord toejuicht, betreurt de organisatie dat er gesnoeid wordt in de vermindering van werkgeversbijdragen bij kleine bedrijven en dat de verhoogde investeringsaftrek wordt uitgesteld. Van Assche zegt: “Het is belangrijk om de intergewestelijke arbeidsmobiliteit van werkzoekenden te bevorderen en een gelijk speelveld te creëren tussen kmo’s en multinationals.”
De keerzijde van het akkoord is dat kmo’s in deze moeilijke periode van stijgende loonkosten en hoge inflatie nog meer kosten moeten dragen. Vanaf 1 januari 2024 zal het bedrag van de vermindering voor de eerste aanwerving worden geplafonneerd op 3100 euro per kwartaal.
Van Assche waarschuwt voor de gevolgen van de ingreep: “De vermindering voor de vierde, vijfde en zesde werknemer wordt opgeheven en is een onvoorziene extra last. Werkgevers zullen ook extra moeten betalen voor tijdelijke werkloosheid, bovenop de indexering van de werkgeverstoeslag.” Bovendien wordt de verhoogde investeringsaftrek uitgesteld, net nu investeren in energie- en klimaatmaatregelen essentieel is.
Zullen kmo’s deze extra lasten kunnen dragen en zal de federale regering in 2024 de noodzakelijke structurele hervormingen kunnen doorvoeren? De toekomst van onze economie hangt in de balans.
