Recht op vergissing erkend: fiscus moet kwade trouw bewijzen
Ondernemers die zich vergisten in hun belastingaangifte kregen jarenlang een automatische boete van minstens 10%. Zelfs bij evidente fouten te goeder trouw. Maar dat systeem staat nu op de helling. Op dinsdag 17 juni keurde de Kamercommissie Financiën in tweede lezing een wet goed die het principe van automatische belastingverhogingen drastisch wijzigt. UNIZO, UCM en ITAA spreken van een doorbraak.
Fiscale straffencultuur op de schop
Wie een fout maakte of zijn aangifte te laat indiende, werd haast systematisch geconfronteerd met een boete van minstens 10%. Dat mocht eigenlijk enkel bij bewezen kwade trouw, maar in de praktijk paste de fiscus dit massaal toe.
Julie Leroy, fiscaal adviseur bij UNIZO, legt uit: “De regelgeving is zo ingewikkeld dat fouten haast onvermijdelijk zijn. Ondernemers moesten dan tijdrovende procedures opstarten om hun goede trouw te bewijzen. Dat kost hen energie, geld en vertrouwen.”
Vertrouwen in plaats van verdachtmaking
Daar komt nu verandering in. Vanaf 1 juli mag de fiscus bij een eerste vergissing te goeder trouw geen automatische belastingverhoging meer opleggen. De bewijslast verschuift: het is voortaan aan de fiscus om kwade trouw aan te tonen.
UNIZO, UCM en ITAA zijn opgelucht. “Eindelijk stopt de heksenjacht op ondernemers,” klinkt het. “Wie foutloos wil zijn in een oerwoud van regels, moet haast een fiscalist zijn. Dit is een stap richting een rechtvaardiger beleid, waar vertrouwen het uitgangspunt is.”
Regeerakkoord wil verder gaan
De aanpassing in de inkomstenbelasting is pas het begin. In het federale regeerakkoord staat dat dit principe moet gelden voor álle belastingen. Geen sancties meer bij eerste fouten te goeder trouw, maar een verwittiging en ruimte om recht te zetten.
Volgens de belangenorganisaties is dat ook nodig. “Ondernemers worstelen dagelijks met complexe verplichtingen. Hen meteen afstraffen is niet alleen oneerlijk, het maakt ondernemen ook ondraaglijk.”